Hoeveel Marokkanen wonen er in 2019 in Nederland? Waar wonen ze? En wat is hun maatschappelijke positie? In dit hoofdstuk korte antwoorden op deze vragen. Hierbij is vooral gebruik gemaakt van cijfers van het CBS, waaronder het eind 2018 gepubliceerde Jaarrapport Integratie 2018.
HOEVEEL MAROKKANEN WONEN ER NU IN NEDERLAND?
Ongeveer 400.000 inwoners van Nederland zijn van Marokkaanse afkomst. Daarmee wordt bedoeld dat zij zelf in Marokko zijn geboren of dat op zijn minst één van hun ouders in Marokko is geboren. Samen vormen ze ongeveer 2,3% van de gehele bevolking. Dat betekent dat ongeveer één op de 50 Nederlanders van
Marokkaanse herkomst is.
Het merendeel van de Marokkaanse Nederlanders, ongeveer 80%, beschikt zowel over de Marokkaanse als de Nederlandse nationaliteit. De overigen hebben alleen de Nederlandse of alleen de Marokkaanse nationaliteit.
Het grootste deel van de Marokkaanse Nederlanders is kind of kleinkind van de generatie die ooit als gastarbeider naar Nederland kwam.
EERSTE EN TWEEDE GENERATIE, MANNEN EN VROUWEN
De eerste Marokkaanse Nederlanders waren vooral mannen van de eerste generatie. Vanaf de jaren ’80 veranderde dat snel. Sinds 2008 is het aantal Marokkaanse Nederlanders dat in Nederland geboren is (tweede generatie) groter dan het aantal
Marokkaanse Nederlanders van de eerste generatie.
In 2018 behoorde 57% van de Marokkaanse Nederlanders tot de eerste generatie en is het aantal vrouwen (49%) bijna gelijk aan het aantal mannen (51%).
WAAR WONEN DE MEESTE MAROKKAANSE NEDERLANDERS?
De meeste Marokkaanse Nederlanders wonen in de Randstad. Bijna een derde (32%) van de Marokkaanse Nederlanders woont in de provincie Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland (28%), Utrecht (14%), Noord-Brabant (11%) en Limburg (4%).
In welke gemeenten wonen de meeste Marokkaanse Nederlanders?
Ongeveer 19% (76.000) woont in Amsterdam, gevolgd door Rotterdam (44.000), Den Haag (32.000) en Utrecht (31.000). Verder wonen er veel Marokkaanse Nederlanders in Almere, Haarlem, Leiden, Gouda, Amersfoort, Eindhoven, Den Bosch, Tilburg en Breda.
ONDERWIJS: STEEDS BETERE ONDERWIJSPRESTATIES
Al jaren geldt dat leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond een steeds hoger onderwijsniveau volgen, zowel in het voortgezet onderwijs als in het
middelbaar onderwijs.
Leerlingen met een Marokkaanse achtergrond gaan, net als andere leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond, nog steeds relatief vaak naar het vmbo. In het schooljaar 2017/2018 gold dat voor ongeveer twee derde van de Marokkaans Nederlandse leerlingen. Het aantal leerlingen dat naar havo/vwo gaat, neemt volgens het CBS al jaren gestaag toe. In het schooljaar 2005/’06 ging een op de vijf naar havo/ vwo, in schooljaar 2017/’18 was dat bijna een op drie. Marokkaanse leerlingen gaan daarmee vaker naar havo/vwo dan bijvoorbeeld leerlingen met een Turkse of Antilliaanse achtergrond, maar er blijft wel een achterstand op Nederlandse leerlingen zonder migratieachtergrond, waarvan 49 procent in 2017/’18 naar
het VWO ging.
Zeker de toename van de groep leerlingen met een Marokkaanse achtergrond in het vwo is spectaculair te noemen: van 6,5% in het schooljaar 2003/2004 tot bijna 12,5% in 2017/2018. Over het algemeen boeken meiden betere schoolresultaten dan jongens.
Schooluitval
Op bijna alle schoolniveaus behalen Marokkaans Nederlandse leerlingen de laatste jaren vaker dan in het verleden hun eindexamen en daarmee een startkwalificatie op de arbeidsmarkt. Toch blijft de tussentijdse schooluitval in vergelijking met andere groepen nog hoog. Zo is er bij mbo’ers met een Marokkaanse achtergrond sprake van een gestage afname van het aandeel voortijdig schoolverlaters, maar is dit met 9 procent in 2016/’17 ten opzichte van andere groepen nog steeds hoog.
Stapelen
Studenten met een Marokkaanse achtergrond ronden op iets hogere leeftijd in het HBO of WO hun bachelor of master af. De verklaring hiervoor is dat zij vaker
‘stapelen’; zij komen dan bijvoorbeeld niet rechtstreeks via de havo in het hbo maar via vmbo-mbo-4 of vmbo-havo. Van de leerlingen met een Marokkaanse achtergrond die in 2016/’17 hun master in het WO hadden gehaald, kwam iets meer dan de helft
(56 procent) rechtstreeks van het vwo.
SOCIAALECONOMISCHE POSITIE
Gedurende de recente economische crisis nam de arbeidsparticipatie bij personen met een niet-westerse achtergrond, waaronder Marokkaanse Nederlanders sterk af. Relatief veel hen verloren hun werk omdat ze in relatief economisch kwetsbare sectoren werkzaam waren en/of geen vast contract hadden.
In vergelijking met 2014 is de werkloosheid in 2017 onder de Marokkaanse Nederlandse beroepsbevolking weer sterk gedaald: van ruim 19 procent (2014) tot 11
procent (2017).
Binnen de Marokkaanse herkomstgroep is de tweede generatie wat vaker werkloos dan de eerste generatie.
Het verschil tussen mannen en vrouwen in het hebben van een baan, is volgens het CBS onder personen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond relatief groot.
Bij deze groepen hadden mannen (respectievelijk 66 en 64 procent) aanzienlijk vaker betaald werk dan vrouwen (respectievelijk 49 en 45 procent). Ter vergelijking: bij Nederlanders zonder een migratieachtergrond had 73 procent van de mannen en 64 procent van de vrouwen een baan.
Marokkaanse Nederlanders hebben, in vergelijking met andere bevolkingsgroepen, een relatief laag inkomen. Het inkomen van personen met een tweede generatie migratieachtergrond ligt 14% hoger dan dat van de eerste generatie.
GEZONDHEID
In de leeftijdsgroep van 12 tot 65 jaar ervaart 64 procent van de Marokkaanse Nederlanders volgens het CBS de eigen gezondheid als (zeer) goed. Dat is duidelijk minder dan de 83 procent van de Nederlanders zonder migratieachtergrond die tevreden is over de eigen gezondheid. Marokkaanse Nederlanders van de tweede generatie hebben aanzienlijk minder gezondheidsproblemen dan de eerste generatie.
Marokkaanse Nederlanders hebben vaker ernstig overgewicht (obesitas) dan mensen zonder migratieachtergrond.
Marokkaanse Nederlanders gebruiken ook vaker antidepressiva en middelen tegen suikerziekte en vooral mannen gebruiken relatief vaker een antipsychoticum.