We are apologize for the inconvenience but you need to download
more modern browser in order to be able to browse our page

Download Safari
Download Safari
Download Chrome
Download Chrome
Download Firefox
Download Firefox
Download IE 10+
Download IE 10+

De periode 2000-2010

De eerste jaren van de nieuwe eeuw stonden na de terroristische aanslagen van 11 september en de moord op Theo van Gogh sterk in het teken van de strijd tegen terrorisme en radicalisering. Anti-moslimsentimenten namen toe, getuige ook de forse toename van het aantal geweldsincidenten bij moskeeën.

I am text block. Click edit button to change this text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

‘Clash of Civilizations’

De eerste jaren van de nieuwe eeuw stonden na de terroristische aanslagen van 11 september en de moord op Theo van Gogh sterk in het teken van de strijd tegen terrorisme en radicalisering. Anti-moslimsentimenten namen toe, getuige ook de forse toename van het aantal geweldsincidenten bij moskeeën.
In het debat over integratie ging het minder over participatie op de arbeidsmarkt en werden de culturele en religieuze achtergronden van Nederlanders steeds vaker geproblematiseerd, vaak zonder enige onderbouwing. Zeker het debat over de islam kwam sterk in het teken te staan van een vermeende “Clash of Civilizations” waarbij het Westen en de islamitische wereld als elkaar uitsluitende, monolitische grootheden tegenover elkaar worden gesteld. Dit beeld van een Clash of Civilizations kwam terug in berichtgeving over terroristische aanslagen en The War on Terror, maar ook in de met regelmaat terugkerende debatten over bijvoorbeeld de gelijkheid van man en vrouw (handen schudden, gescheiden zwemmen, vrouwelijke genitale verminking, niqab), gelijke behandeling van LHBT’ers (uitspraken van imam el Moumni), de vrijheid van geloof (moslimdiscriminatie, voorstellen als Koranverbod, kopvoddentax, sluiting van moskeeën) en de vrijheid van meningsuiting (moord op Theo van Gogh, Deense cartoonaffaire, aanslag op Charlie Hebdo).
Tot een echt debat kwam het in de praktijk echter zelden. Nederlanders met een migratieachtergrond waren voortdurend onderwerp van gesprek, maar werden zelden gehoord in het debat.

Integratiebeleid mislukt?

In dezelfde jaren ontstond er ook veel discussie over het effect van het integratiebeleid. Zo concludeerde de Rekenkamer in 1999 dat er geen duidelijkheid is over het effect van het integratiebeleid. Publicist Paul Scheffer schreef in een essay in het NRC in 2000 over een ‘multicultureel’ drama en de WRR concludeerde dat nieuw integratiebeleid steeds wordt gelanceerd zonder dat het oude beleid goed geëvalueerd is. Op initiatief van de SP werd een Tijdelijke Commissie Onderzoek Integratiebeleid (ook wel Commissie-Blok) ingesteld die onderzoek deed naar het Nederlandse integratiebeleid van de voorbije dertig jaar. De commissie concludeerde in 2004 dat de integratie deels tot geheel een succes was, maar dat het overheidsbeleid hier niet aan heeft bijgedragen. De commissie pleitte voor een doortastender en beter gecoördineerd integratiebeleid waarbij de vrijblijvendheid verdwijnt.

Strenger beleid

In het tweede kabinet Kok werd Roger van Boxtel (D66) als minister van Grote Stedenbeleid verantwoordelijk voor het integratiebeleid. Hij, legde in de nota Kansen krijgen, kansen pakken (1998) het accent op actief burgerschap en het bevorderen van economische participatie. Staatssecretaris Job Cohen (PvdA) werd verantwoordelijk voor de invoering van een strengere Vreemdelingenwet. Na de paarse kabinetten van Kok volgden vier kabinetten Balkenende. Tijdens Balkenende I (CDA, VVD, LPF; 2002-2003) verhuisde het integratiebeleid naar het ministerie van Justitie waar Hilbrand Nawijn de scepter zwaaide. Voor uitkeringsafhankelijke oudkomers werd in het akkoord een inburgeringsverplichting aangekondigd. Daarnaast werd een verhoging van de leeftijds- en inkomenseis voor gezinsvorming aangekondigd. Nawijn werd in het tweede en derde kabinet Balkenende (beiden CDA, VVD) opgevolgd door Rita Verdonk. Zij voerde de Wet inburgering in, stelde strengere eisen aan gezinshereniging (inkomens- en taaltoets) en stond voor een hard asielbeleid. Dat kwam ook tot uiting in twee kabinetscrises: een crisis over een generaal pardon voor 26000 asielzoekers en een andere toen Verdonk het Nederlanderschap wilde afnemen van haar partijgenote Ayaan Hirsi Ali, die tijdens haar asielprocedure bleek te hebben gelogen. Deze laatste crisis leidde tot de val van het tweede kabinet Balkenende.
Tijdens het vierde kabinet Balkenende (CDA, PvdA, ChristenUnie; 2007-2010) werd Ella Vogelaar (PvdA) minister voor Wonen, Wijken en Integratie.
Zij maakte een lijst van 40 probleemwijken of krachtwijken bekend waarin extra geïnvesteerd werd.

Tegengaan van radicalisering

Na de aanslagen van 11 september 2001 in New York en zeker na de moord op Theo van Gogh door Mohammed Bouyeri kwam er veel aandacht voor radicalisering binnen de Nederlandse moslimgemeenschap.
Het toenmalige kabinet Balkenende IV lanceerde het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011. Dit leidde tot 78 door de overheid gefinancierde projecten, netwerken van deskundigen, handreikingen, tools, brochures, trainingen e.d. Ook werden er op nationaal en lokaal niveau door Marokkaans Nederlandse zelforganisaties en moskeeorganisaties activiteiten ontwikkeld om radicalisering tegen te gaan. Vaak gebeurde dit informeel en op vrijwillige basis door bestuurders, imams, vrijwilligers of moskeebezoekers

Geert Wilders

Geert Wilders domineerde het publieke en politieke debat sinds zijn vertrek bij de VVD in 2004. Net als eerder de in 2002 vermoordde Pim Fortuyn had gedaan, waarschuwt hij voor het vermeende gevaar van islamisering van de samenleving. De PVV-leider wil dit tegengaan met voorstellen die haaks staan op de grondwet zoals het verbieden van de koran, het sluiten van moskeeën en een ‘kopvoddentax’.
De uitspraken van Wilders en zijn film Fitna leidden tot een proces tegen hem. Het Landelijk Beraad Marokkanen, onder leiding van Mohammed Rabbae, was één van de organisaties die naar de rechter was gestapt om de vervolging van Geert Wilders af te dwingen.